De oostkust - Reisverslag uit Byron Bay, Australië van Roy Hendriks - WaarBenJij.nu De oostkust - Reisverslag uit Byron Bay, Australië van Roy Hendriks - WaarBenJij.nu

De oostkust

Blijf op de hoogte en volg Roy

13 December 2014 | Australië, Byron Bay

De afgelopen paar weken ben ik van Cairns naar Byron Bay gereisd, wat zo goed als de hele oostkust van Australië inhoudt. Tijdens deze reis heb ik me onsterfelijk gemaakt, is er de nodige alcohol genuttigd en heb ik fantastische dingen gezien die velen van jullie helaas nooit zullen zien. Op het moment ben ik aan het wachten tot ik meer hoor van het baantje wat me is aangeboden, maar daar lees je zo meer over. Ga er maar eens goed voor zitten, want ik heb vier weken in zeven pagina’s moeten proppen.

Ik was blij toen ik eindelijk Cairns kon gaan verlaten. Ik ben veel te lang in dit stadje geweest. Begrijp me niet verkeerd, ik heb er een toptijd gehad en veel leuke vrienden gemaakt, maar uiteindelijk is er maar weinig te doen in Cairns, naast het zwembad. Veel van mijn vrienden waren al weg, dus het afscheid dat ik moest nemen was van vrienden die ik pas 1 of 2 dagen kende en daarna met de bus naar Ingham. Ingham is een klein dorpje waar letterlijk niets te doen is. Waarom daarheen dan? Callan was daar op dat moment en ik had hem uitgenodigd om samen met mij te gaan duiken.

Eenmaal in Ingham kwam Callan me ophalen van het station. Hij was net terug van een fietstocht naar watervallen 50 km verderop en zat samen met Jordan in een pub. Toen we daar aankwamen stond er groot op de gevel: “The original pub with no beer”. Dus ik keek Callan al raar aan, hoezo dat? Ik heb wel zin in een biertje. Eenmaal binnen begon ik het te begrijpen. De pub is de originele pub uit het liedje van Slim Dusty. Schijnbaar was er vroeger iemand 20 mijl te paard komen rijden om een biertje te pakken en was de pub net door het bier heen. Hij besloot daar een gedicht over te schrijven en uiteindelijk is er een country-liedje van gemaakt. Op de een of andere manier vond ik het heel tof om in een plek te zijn waar een liedje over is gemaakt.

De volgende dag namen we de bus naar Ayr en checkten we in bij het hostel van de duikvereniging. We waren in de middle of nowhere en er was niets te doen in de wijde omtrek, dus het werd een vroege nacht. De volgende dag zaten we op een klein bootje met 12 man op weg naar de laatste rustplek van de S.S. Yongala. Eenmaal daar gingen de duikpakken aan en gingen we gelijk naar de bodem van de oceaan. Het zicht was beduidend minder dan waar ik heb gedoken in Cairns, ongeveer 8 tot 10 meter, maar ik heb in één duik al zoveel moois gezien daar! We begonnen aan de achterkant van het schip, waar als je naar binnen keek nog een badkuip kon zien, helemaal begroeid door koraal. Duizenden of misschien wel miljoenen vissen waren de nieuwe bewoners van de Yongala. En veel verschillende soorten ook. Schijnbaar biedt deze locatie 4 verschillende leefgebieden van vissen, waardoor de verscheidenheid zo groot is. Verbaasd door het mooie koraal op het schip en de prachtige vissen die we zagen, gingen we langzaam naar de voorkant van het schip. Ondertussen kwamen we nemo’s tegen, barracuda’s, papegaaivissen en nog meer waarvan ik de naam niet weet. Maar toen we bij de voorkant kwamen, kwam de grote verrassing. Ik zag twee vissen die missen wel 3 keer zo groot waren als ik! Wat was dat al gaaf! Maar toen ik dichterbij kwam, kwam buurman Rog voorbij zwemmen, die nog eens net zo groot was! Hij zwom recht onder me door en als ik mijn armen uitstrekte, haalde ik het einde van zijn spanwijdte nog lang niet! Ik kon hier wel uren naar kijken, maar helaas had ik niet zoveel lucht, dus we moesten terug. Op de terugweg kwamen we langs de wc’s van het schip, zagen we nog vele vissen, maar het hoogtepunt hadden we al gehad. Wat was ik blij dat ze in Cairns hadden aangeraden om hierheen te gaan, echt de moeite waard. Daarna heb ik nog 3 keer deze duik gemaakt, waarbij ik steeds meer details ging zien, een aal die zich verborgen hield achter een gebroken raam, minuscule kreeften, nog meer vissen en nog meer. Helaas geen octopussen of haaien, die hier soms ook te zien zijn, maar ik had al genoeg titanen gezien om deze trip een succes te noemen! ’s Avonds konden we het niet laten om “Finding Nemo” te gaan kijken. Op de haaien na hadden Callan en ik zowat alle dieren uit die film gezien.

Op 19 december ging mijn bus van Ayr naar Airlie Beach. Een mooi stadje wat te vergelijken is met Cairns. Veel tijd om het op me in te laten werken, had ik niet, want diezelfde middag moest ik al op de boot zitten, op weg naar de whitsunday eilanden. Dit is, samen met fraser, één van de must-do’s aan de oostkust. Mijn verwachtingen waren vrij hoog dus. Het beloofde de komende dagen 32 graden te worden en ik dacht dat dat goed nieuws was. Nou, niet echt. Ik had niet in mijn overweging meegenomen dat je op een boot totaal geen schaduw hebt! En voor de mensen die mij een beetje kennen, ik ben niet echt een zonliefhebber. Prima voor een uurtje, maar ik kan niet de hele dag in de zon liggen. Gelukkig was de reis de eerste dag maar anderhalf uur. Daarna kwamen we aan op Molle Island, waar we de komende twee nachten zouden overnachten. Op het eiland was alleen maar een resort en voor de rest alleen maar natuur. Schijnbaar was dit een viersterren resort tot twee jaar geleden een cycloon het een en ander verwoest heeft. Nu is het een verblijfplaats voor backpackers, maar het heeft nog steeds een groot zwembad, een golfbaan en een tennisbaan. Luxe voor ons dus! De eerste avond verliep rustig. We kregen eten en daarna heb ik een potje pool gespeeld met wat mensen daar. Het team probeerde ons te vermaken met wat spelletjes, maar dat was alleen maar leuk omdat we gratis bier kregen. Al vrij snel daarna was de zaal leeg (en zat de helft waarschijnlijk illegaal goon te drinken op hun kamer).

De volgende dag zaten we de hele dag op de boot. Na anderhalf uur boven te zijn geweest, besloot ik om maar benedendeks te gaan zitten, want het was niet uit te houden boven. We kwamen aan op whithaven beach, het witste strand en de blauwste zee die ik ooit heb gezien! Dit zijn van die plaatjes die je achtergrond zijn als je je computer/telefoon voor het eerst aan zet! We hebben wat foto’s gemaakt daar, maar na een kwartier wisten we eigenlijk al niet meer wat we moesten doen (behalve het water in springen om de 5 minuten vanwege de hitte). Schijnbaar was er een lookout point, maar onze gidsen hebben ons dat niet laten weten. Daar was ik eigenlijk toch graag naartoe gegaan.

’s Avonds werd er een karaoke avond georganiseerd. Maar eerst gingen we toch maar wat indrinken in onze kamer. We hadden wel genoeg betaald voor die trip en dan zouden we ook nog ons eigen bier moeten betalen? Daar pasten we voor. Tijdens het diner werden de lijsten uitgedeeld met de liedjes die we konden zingen. En daar stonden toch wel wat hits tussen die ik wel eigen zou kunnen maken. Ik besloot om “piano man” in te vullen, vanwege de harmonica die erin zit en toevallig heb ik die eentje bij! Maar voor de karaoke besloten ze een wedstrijd te houden wie het meest flexibel is. Je moest met je mond een lege doos cornflakes van de grond oppakken, zonder dat iets anders dan je voet de grond raakte. Tot mijn verbazing ging dit best goed en opeens zat ik bij de laatste drie! De laatste uitdaging was een klein stukje karton, zonder opstaande randen, dus ik moest helemaal naar de grond. Ik weet nog steeds niet goed hoe, maar ik heb deze wedstrijd gewonnen! Dat maakte me al legendarisch, want ik was de eerste jongen in tijden die dit won! En de hoofdprijs was niet mis, één liter cocktail! Daarna karaoke en ik was als tweede aan de beurt. Zonder naar het scherm te kijken en met harmonica riffjes tussendoor wist kreeg ik tegen al mijn verwachtingen (en zangkunsten) het publiek helemaal stil. Iedereen was op mij aan het letten en ik genoot ervan om in de spotlight te staan. Ik kreeg veel complimenten en veel mensen vroegen of ik hen wilde begeleiden als zij gingen zingen. Zelf heb ik ook nog “paradise by the dashboardlight” en “let me entertain you” gezongen, waarbij ik op de tafels aan het zingen en dansen was. Als ik nu nog mensen van deze trip tegenkom, zeggen ze allemaal: Jij was die entertainer op de Whitsundays! Zelfs het personeel was weg van mij en bleven maar zeggen dat ik daar moest komen werken. Ik dacht dat ze een grapje maakten, maar de volgende dag kwam ik erachter dat ze het echt meenden. De reden dat de avonden niet zo heel soepel liepen, was omdat ze niemand hadden om deze aan elkaar te praten en ze vonden mij de perfecte man voor die baan. Dus de manager heeft me deze baan aangeboden, alleen de grote baas moet dat nog goed vinden. En daar ben ik dus momenteel op aan het wachten. Maar hoe vet zou dat zijn? Op een eiland werken, veel nieuwe mensen leren kennen en het eiland hebben we in het weekend voor onszelf! Bovendien heb ik dan zo goed als geen uitgaven, wat financieel ook wel verstandig is op het moment.

Na deze geweldige trip heb ik mijn ergste dag hier meegemaakt. Ik heb de nachtbus naar Agnes water genomen, waar ik drie dagen als een castaway zou gaan leven. Maar eerst naar een hostel. Eenmaal daar zou het personeel onze bagage uitladen terwijl aan het inchecken waren. Ik was zowat als laatste aan de beurt en toen ik eindelijk klaar was.. GEEN BACKPACK!! Mijn hele kledingkast en paspoort e.d. zitten in die tas! Het personeel wist ook niet waar die was. Was ie gestolen? Kwijtgeraakt? Ik was nog best kalm aan de buitenkant, maar van binnen was er toch wel paniek. Na alle kamers te checken hadden we mijn tas nog niet gevonden. Er was op het moment niets meer wat we konden doen, we hadden overal gekeken. Ik had niet al te best geslapen in de bus, dus ik besloot maar een dutje te doen. Eenmaal wakker besloot ik alle kamers nog eens te checken en opeens stond hij daar, in een totaal andere kamer! Twee meiden waren daar en zij snapten er ook niets van. Alles zat gelukkig nog in mijn backpack, maar dit is de laatste keer geweest dat iemand anders dan ik mijn rugzak vast heeft!

Agnes water en het dorpje 1770 (ja, dat is de naam) hebben ontzettend mooie stranden met mooie zonsondergangen. Aangezien ik nog geen vrienden had gemaakt hier en er verder niet veel te doen was, ging ik maar een wandeling maken. Die duurde wat langer dan verwacht! Over een afstand wat op de kaart slechts 15 minuten lopen leek, heb ik anderhalf uur gedaan! En toen nog geen strand gezien! De zon was al bijna onder, dus dan maar weer terug. Alles ging verkeerd deze dag, tijd om naar bed te gaan!

Castaway is een trip waarbij je naar een verlaten eiland gaat en daar gaat overleven. Je mag eten meenemen als je wil en al het vermaak wat je wil. Ik besloot daarentegen ULTIMATE SUVIVOR te gaan en vrijwel niets mee te nemen. Alleen een brood met vegemite, zonnebrand, zwembroek, zonnebril, een setje kleren, een tandenborstel en natuurlijk een doos goon. Geen deoderant, geen telefoon of andere electronica, geen shampoo..

De eerste dag gingen we naar het eiland met een LARC. Wat is dat? Een LARC is een voertuig uit de tweede wereldoorlog en is eigenlijk een boot op wielen, wat betekent dat je zonder problemen van land het water in kunt rijden. Heel gaaf om zo de omgeving een beetje te zien. Ik leerde mijn groep kennen en de kampleiders, Brad en Dave. Ik had verwacht dat we echt ons eigen eten moesten verzamelen, maar dat bleek niet zo te zijn. ’s Avonds kregen we een prutje van aardappelen, uien en rundsvlees. ’s Middags hadden we wel ook wat vis gevangen en Brad liet ons zien hoe je een vis moet bereiden. Toch lekker voor bij de stew. Daarna zijn we de krab-vallen uit gaan zetten met de motorboot. ’s Avonds lekker marshmellows maken bij het kampvuur met de nodige drank. Ergens diep in de nacht zijn we naar het strand gegaan, waar we plankton op hebben zien gloeien. Heel gaaf om kleine lichtjes in het water te zien. Daarna zijn we sterren gaan kijken en hoewel ik dat al een aantal keer heb gedaan, heb ik nog nooit zoveel sterren gezien! Zelfs de melkweg was zichtbaar!

De volgende dag gingen we eerst ’s ochtends de krab-vallen ophalen. We hadden acht krabben gevangen! Helaas moesten we de vrouwtjes uitzetten, wat betekent dat we nog maar 3 krabben overhadden. Ik moet zeggen, ik vind krab best lekker, maar ik heb toch liever de krab uit de supermarkt. Brad had een goed idee, hij had een surfboard, dus wie wilde mocht achter de motorboot gaan hangen en gaan wake-boarden. Niet echt castaway, maar wel weer gaaf! Opstaan was nog wat moeilijk, maar als je ligt, ga je vlak over het water heen, wat ook vet is! Verder hebben we de omgeving nog wat verkend en oesters gegeten, dat was ook een eerste en laatste keer. Maar ik moest wel, want het brood wat ik mee had genomen, daar stond schimmel op. Echt ultimate survivor! Ik was dus ontzettend blij met de stew die we deze avond weer kregen! Hoewel ik heel veel honger had, ging er maar iets meer dan één kop naar binnen. ’s Avonds hebben we weer een feest gehouden met de nodige drankspelletjes. Op de een of andere manier ben ik halverwege de avond in de hangmat in slaap gevallen en toen ik na een paar uur wakker werd, was het feest verhuisd naar de zeilboot van Brad. Bootparty! Ja, castaway was een goeie beslissing.

De laatste dag was niet veel meer dan wachten tot het twee uur werd en het vliegtuig ons op kwam halen. Ik was blij dat ik weer naar de beschaving kon. Ik had niet echt honger, maar ontzettend trek in een cheeseburger. In het vliegtuig pasten 4 personen. De piloot heeft bij de luchtmacht gezeten en doet nu pleziervluchten. En plezier hadden we! Het begon met een bocht waarin het vliegtuig bijna 90 graden op zijn kant vloog! Daarna gingen we een stukje omhoog en ineens naar beneden. Hij durfde zelfs zijn motor midden in de lucht uit te zetten! Na 20 minuten vliegen, landden we veilig en werden we terug gebracht naar het hostel.

- optionele koffie pauze –

De volgende ochtend wachtte mijn bus alweer op me, op naar Hervey Bay, om daar weer naar Fraser Island te gaan. Fraser Island is het grootste zand-eiland ter wereld. Van veel mensen heb ik gehoord dat dit de beste trip aan de oostkust was, dus mijn verwachtingen waren hoog! Samen met Nicole, die ik in Airlie Beach had leren kennen, nam ik de bus. Eenmaal daar moesten we zelf voor ons eten zorgen voor de komende 3 dagen. Ik stelde voor om met zijn allen een barbecue te houden, maar volgens velen was dat moeilijk te realiseren. Toen hebben we kleine eet-groepjes gemaakt, waarbij ik Matt en Jodie heb leren kennen, Nicole zat erbij en Selina. We hadden meteen al een gezellige avond met ons groepje.

De volgende dag moesten we 22 personen verdelen over 3 achtpersoons 4x4 auto’s. Ons groepje bleef compleet, aangevuld met Marco en Xenja uit Zwitserland. Ik mocht het eerste stuk rijden, dus dat betekende over de weg naar de pond. Het was even wennen om links te rijden, maar al gauw voelde het aan als een tweede natuur. Enkel het feit dat de versnellingspook aan de linkerkant zat was even wennen. Ik greep een aantal keer met mijn rechterhand in het niets. Op de pond kwam ik erachter dat er twee nederlandse meiden meededen aan onze tour. Eenmaal op het eiland mocht ik nog verder rijden, maar dit was toch wel heel anders! Opeens zaten we niet meer op de weg, maar in het losse zand! Ik vond het geweldig! Ik was blij dat ik voorin zat, want de heuvels werden niet subtiel genomen, aangezien we onze snelheid moesten behouden. Ja, iedereen kwam lekker los geschud uit de auto toen we weer stopten. Slippen hoort er natuurlijk bij op al dat losse zand, maar na een uur zagen we iets heel schrikbarends! De auto vóór ons reed zomaar een heuvel in de berm op, de auto kantelde bijna, tot iemand schijnbaar aan het stuur trok en we de auto de andere kant, de kant waar de berg naar beneden ging, op gaan. Ook dit werd uiteindelijk rechtgetrokken, maar ik ben blij dat ik niet in die auto zat. We weten nog steeds niet helemaal wat er aan de hand was, want de bestuurder zat alleen maar hardop te lachen toen dit allemaal gebeurde. We denken dat ze een soort shock heeft gehad.

Wat iedereen mij heeft verteld over Fraser Island is niet overdreven. Wat een mooie gebieden heb ik hier gezien! We zijn bij drie meren geweest, allemaal puur van regenwater. De eerste hemelsblauw, de tweede smaragdgroen en de laatste weer blauw. Wat was het fijn om weer eens in zoet water te zwemmen na al dat zeewater (wat een luxeprobleem). We kregen meer dan genoeg tijd om onszelf daar te vermaken, dus er werden genoeg foto’s en salto’s gemaakt.

We overnachtten in tenten met wat banken en tafels, een kooktoestel en een barbecue. Eigenlijk alles wat je nodig hebt, niets meer, niets minder. Behalve dan, Dingosticks! Dit eiland is bewoond door dingo’s. En hoe lief ze er ook uit mogen zien, dat schijnen ze absoluut niet te zijn. Dus mocht je even naar de wc moeten, dan mag je zeker niet alleen en moet je altijd een dingostick meenemen om de dingo’s mee af te weren. Vooral ’s nachts liepen er een aantal dingo’s door ons kamp.
De volgende dag was het stralend weer en wederom mocht ik veel rijden! Op een gegeven moment was ik de enige man in de auto en alle meiden hadden niet zoveel zin om te rijden. Nou, prima! Ik houd wel van een ritje door de rimboe! We stopten bij een uitzichtpunt: Indian Head. Vanaf daar kon ik een schilpad in de zee zien zwemmen, maar ook beide stranden en nog veel meer. Helaas voor mij was ik mijn slippers vergeten in de auto. Het zand verkleurde snel van wit naar zwart en ik heb haast mijn voeten verbrand op het pad naar het uitzichtpunt.

Eenmaal weer in de auto, moesten we een lange rit over het strand afleggen. Eens per kilometer lag er een blauwe kwal op het strand. En het werd al snel een spelletje om over deze kwallen heen te rijden en ze te verlossen uit hun lijden.

Daarna naar de champagne pools. Een veelbelovende naam en die heeft deze plek zeker waar gemaakt. De golven beukten tegen de rotsen en dat gaf een ontzettend mooi effect, veel hoge golven en het water leek wel wit van het schuim. Al snel werd het een spelletje wie zich het langst staande kon houden op een bepaalde plek. Ik heb daar een meisje wel 15 meter weggespoeld zien worden! Dit was denk ik wel mijn favoriete plek op fraser island. Hier zou ik me de hele dag kunnen vermaken!

De volgende dag stelde niet zo heel veel voor. Wederom de halve dag gereden. Eenmaal terug bij het hostel was iedereen moe. Toch hebben we het voor elkaar gekregen om met de gehele groep uit eten te gaan. Je wordt hier ontzettend blij als je ontdekt dat een restaurant acht of tien dollar deals hebben! Een laatste avondmaal was het. Maar niet helemaal, veel van deze mensen ga ik nog vaker tegenkomen!

Wederom had ik dezelfde bus als Nicole, dit keer naar Noosa. Het begon al een beetje als travelbuddies te voelen. Altijd fijn dat er in ieder geval één iemand in de buurt is die je kent. Maar op het busstation in Noosa scheidden onze wegen al. Ik ging naar Bush Camp en zij ging Noosa zelf in.

Het Bush Camp was wederom back to basic. Er was niet veel, je hebt een bed, een kleine keuken, een pooltafel en een dartboard. Het vermaak moest je vooral zelf maken. Gelukkig leer je op deze manier snel mensen kennen. De bedoeling van het Bush Camp was dat je de Everglades gaat verkennen in een kano. Everglades is een rivier die ontstaat door water wat uit de zee komt, in plaats van andersom, een vrij uniek fenomeen. Helaas was daarmee alles dan ook gezegd. Kanoën is al niet mijn favoriete hobby, maar ik had verwacht dat het uitzicht dat zou compenseren. Ik zat in een kano met Rachel en Becki uit Engeland. Na een half uur begonnen ze al te klagen dat het zwaar was (terwijl ik het werk kon doen) en ik had ook niet echt veel zin om nog 5 uur hetzelfde uitzicht te zien. We besloten om te draaien. De meiden hadden een campervan, dus in plaats van de hele dag bij het Bush Camp te moeten blijven, konden we lekker naar het strand gaan. Het weer was ontzettend goed en de golven waren lekker verkoelend. Deze middag heb ik mijn ouders ook maar weer eens gebeld. Door al deze trips is het moeilijk een plek te vinden waar je een beetje fatsoenlijk wifi hebt om te skypen. De dag erna zijn we naar een meer gegaan in plaats van het strand. Maar dit was een meer wat niet dieper ging dan 40 centimeter, wat betekent dat je het hele meer over kon lopen. We liepen naar een eiland in het midden van het meer en hebben daar voetbal gespeeld. Hoe awesome is dat!

Na de drie nachten die ik in het Bush Camp door had gebracht, was ik nog steeds aan het wachten op een telefoontje van het eiland waar ik zou kunnen werken. Doordat ik nog niet wist wat mijn toekomst me zou gaan brengen, ben ik nog twee dagen langer in Noosa gebleven. En wat bleek? Nicole zat in hetzelfde hostel als ik! Ook al was het maar vier dagen, het is altijd leuk om je ervaringen te delen met mensen die je kent. Nicole zou de volgende dag met de bus naar Brisbane gaan en ik besloot met haar mee te gaan. Althans, dat was het idee. Totdat ik van iedereen in het hostel hoorde dat er een festival in Brisbane aan de gang was dit weekend. Alle hostels zaten bomvol. Zonder ook maar te proberen, besloot ik om Brisbane voorlopig over te slaan en meteen naar Byron Bay te gaan, de meest zuidelijke plek aan de oostkust waar ik nog écht naartoe wilde. Ik nam afscheid van Nicole in Brisbane en nam gelijk de bus naar Byron.

En deze keuze heeft me geen windeieren gelegd. Toen ik ’s avonds in Byron Bay aankwam, zag ik meteen dat ik me hier wel zou vermaken. Overal stonden straatmuzikanten, het nachtleven was bruisend (door alle trips was het een hele tijd geleden dat ik écht uit ben gegaan) en alles was relaxed. Ik was in een stad beland met een hippie sfeer. Waar je ook kijkt, je ziet mensen met lang haar, dreadlocks, een gitaar, een surfboard of skateboard en vrolijk gekleurde shirts. Toen ik in mijn hostel aankwam was het helemaal af. Rachel en Becki hadden me dit hostel aangeraden. Arts Factory Lodge is een hippie-dorpje op zich. Ik sliep in een grote tipi, op het terrein werden didgeridoo en african drums lessen gegeven, samen rond het kampvuur zitten, of in de zithangmatten.

Ik heb mijn spullen in mijn kamer gedumpt en ik belde Marco op. Marco ken ik nog van Fraser Island en hij had laten weten dat hij hier was en uit wilde gaan. Het was goed om elkaar weer te zien en toen we de kroeg in liepen, kende ik al gelijk meer mensen dan Marco, die hier al twee dagen was. Op de dansvloer kwam ik Camille tegen uit Cairns! Die heb ik meer dan een maand niet gezien! En meteen daarna kwam Hielke, mijn duikbuddy uit Cairns, ook nog eens langs! Zo zie je maar. Je komt altijd wel iemand tegen!

De volgende dag ging mijn kamergenoot Finn surfen en hij vroeg of ik mee wilde gaan. Ik heb nog nooit gesurft, maar hij zou me wel de basis leren. Daar lagen we dan, in de zee. Het lukte me in het begin niet eens om op mijn surfboard te blijven liggen, maar dat kwam al snel goed. De golven waren wild en kwamen ontzettend snel na elkaar. Zowel bij mij als Finn lukte het niet. Toen besloten we om het te proberen bij de plek waar ook de surfschool aan het surfen was. Het lukte me in ieder geval om achter de golven te komen en twee keer om een goede golf te vangen. Helaas nog niet om op te staan. Misschien toch maar een lesje de volgende keer.

De rest van de week stond in het teken van reünie. Opeens was Nicole er weer! En Matt en Jodie van Fraser Island arriveerden ook! En daarna Selina! De Fraser groep was weer compleet. Maar ook Annika en Jula van Castaway en Kim en (andere) Selina van Fraser waren er. Naast Finn heb ik hier maar weinig moeite gedaan om nieuwe vrienden te maken, want ik had er al genoeg! Samen naar het strand gaan of elkaar tegen komen tijdens het uitgaan, het is allemaal leuk en geweldig om bij te praten met mensen die je een aantal weken niet gezien hebt.

We zitten ondertussen drie weken na mijn trip op de whitsunday Islands. Drie weken nadat ik de baan aangeboden heb gekregen en ik heb een aantal keer gebeld, maar steeds moest de eigenaar nog goedkeuring geven. Naar mijn weten hoeft dit niet zolang te duren, dus ik had de hoop opgegeven dat ik daar nog terecht zou kunnen. Totdat een meisje tegen me zei dat als ik deze baan echt wil, ik moet blijven proberen! De drie dagen daarna heb ik elke dag gebeld, maar kreeg ik geen gehoor. Gisteren nam er eindelijk iemand op: Rici. Met Rici kon ik het ontzettend goed vinden in de tijd dat ik daar was en het was goed om haar weer eens te horen. Zij snapte ook niet wat Maria allemaal van plan was, want volgende week gaan er een aantal werknemers weg en het wordt alleen maar drukker. Twee uur later belde Maria me terug: “Als je nog steeds wil, dan is de baan voor jou”. Ik voelde me zo gelukkig. Mijn budget is nog niet op, maar ik zou wel snel iets moeten vinden. Maandag kan ik beginnen met mijn nieuwe avontuur.

Het heeft even geduurd voor dit verhaal op internet stond en de volgende zal misschien ook wel even duren, aangezien we geen internet hebben op het eiland. Mocht je me willen bereiken en ik reageer niet, dan weet je waar het aan ligt. Nou, daar gaan we dan, met het volgende gedicht:

The life of a backpacker

Having the same conversation, time after time,
Where do you come from and where do you go?
It is tiring, but it never wears me out,
Because I’m a backpacker now.

We enjoy the little things in life,
Things I never thought about,
Soft toiletpaper, a pillow or cheap food,
But friendship above all, no doubt.


Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Australië, Byron Bay

The Ozzie experience with a touch of Thailand

Recente Reisverslagen:

01 Mei 2015

Ultimate holiday in Thailand

06 April 2015

Stuck in Mildura

01 Maart 2015

Aan het werk?

13 December 2014

De oostkust

13 December 2014

De oostkust
Roy

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 210
Totaal aantal bezoekers 6425

Voorgaande reizen:

14 Oktober 2005 - 15 Mei 2018

Een taalreis met Activity International

05 Oktober 2014 - 04 Oktober 2015

The Ozzie experience with a touch of Thailand

Landen bezocht: